Brandwond

Men spreekt over brandwonden wanneer 1 of meerdere huidlagen beschadigd zijn als gevolg van hete vloeistoffen, contact met hete oppervlakken, vuur, ultraviolette/infrarode straling, radioactiviteit, elektriciteit of chemische middelen (WHO 2004). De ernst van de brandwond wordt mede bepaald door de grootte en de diepte van de brandwond. De grootte van de brandwond wordt uitgedrukt in het percentage Totaal Verbrand Lichaams Oppervlak (TVLO).  De diepte van de brandwond hangt af van de huidlagen die beschadigd zijn: Classificatie van brandwonddiepte met bijbehorende kenmerken (gebaseerd op EMSB 2015, Tempelman 2008).

Behandeling brandwonden

1. Verlenen van eerste hulp bij brandwonden (Bron: NHG standaard)

Als de verbranding nog gaande is:
  • Doof vlammen en brandende kleding van de patiënt door de patiënt over de grond te rollen of af te dekken met een blusdeken, een stevig niet-synthetisch kleed of textiel. Werk van het gezicht naar de voeten.
  • Schakel indien mogelijk de elektriciteit uit of verbreek het contact (met een niet-geleidend voorwerp zoals een stok) tussen de patiënt en de elektriciteitsbron.
  • Verwijder natte, hete of verontreinigde kleding (tenzij dit is vastgeplakt aan de wond).
  • Spoel bij een chemisch agens indien mogelijk de wond 45 tot 60 minuten of het oog 10 tot 20 minuten met ruim kraanwater. (Raadpleeg bij een onbekend product of onduidelijkheid hoe te behandelen het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum).

Vervolgens:
Koel indien mogelijk de (niet-chemische) brandwond direct gedurende 10 tot 20 minuten bij voorkeur met stromend kraanwater (van ca. 15 °C tot 30 °C) tenzij dit andere interventies in de weg staat. Pas de temperatuur aan tot wat de patiënt als prettig ervaart, maar vermijd bij een groot oppervlak het koelen met koud water om het risico op hypothermie te voorkomen. Overweeg tot 3 uur na verbranding te starten met koelen indien dit de pijn verlicht.

Overleg met een arts bij:

  • Een mogelijk diepe tweede- of derdegraads brandwond (blaren, wond met witte of gele verkleuring) of brandwonden met een oppervlak van een halve hand van degene die zich heeft verbrand of groter);
  • Brandwonden in gezicht, op handen, voeten, perineum of geslachtsdelen en rondom bewegende delen;
  • Twijfel over de aard en ernst van de verbranding, vooral bij een baby of kleuter;
  • Kans is op ademhalingsmoeilijkheden door het inademen van rook of hete gassen;
  • Verbrandingen veroorzaakt door electriciteit of bijtende stoffen.

2.Verbinden

Bij tweede- en derdegraads brandwonden is er sprake van een wond (de huid is kapot) en de brandwond moet daarom worden afgedekt. Dit geldt ook voor blaren die nog intact zijn. Dek bij voorkeur af met een niet verklevend steriel verband zoals een metalline verband (Alupad) of een zalfkompres (Klinitulle). Combineer dit met antibacteriële wondgel (Mesitran Soft) om infectie te voorkomen. Een hydrogel honingverband (Mesitran) is een kant en klare oplossing, die bovendien zorgt voor een verkoelend effect. Fixeer het kompres of verband met een elastisch hydrofiel windsel (Klinifix Hydrolast) of een op zichzelf klevende zwachtel (Klinifix Cohesive). Indien er geen verbandmaterialen aanwezig zijn: dek de wond af met plastic huishoudfolie (om afknelling te voorkomen losjes aanbrengen en niet strak om het lichaamsdeel wikkelen) of een schone doek waarna een arts geconsulteerd kan worden.