Kliniderm Foam PHMB

Over Kliniderm Foam PHMB

Kliniderm Foam PHMB is een steriel wondverband gemaakt van polyurethaan met 0,5% PHMB (polyhexamethyleenbiguanide) en 0,1% B-Panthenol. Het verband bestaat uit een kern van schuim met een open structuur. De schuimkern absorbeert wondvocht en houdt het vast, waardoor maceratie van de wond, wondranden en gezonde huid wordt verminderd. Antibacteriële PHMB (polyhexamethyleenbiguanide) gaat de groei van bacteriën in de wond en het verband tegen. B-Panthenol heeft een vochtinbrengende werking en verbetert de hydratatie van de huid. De ademende polyurethaan bovenlaag laat wondvocht verdampen en is antibacterieel en vochtbestendig van buiten, waardoor een vochtig wondmilieu in stand wordt gehouden.

Producvoordelen

  • Afscherming van micro-organismen 
  • Tot wel 7 dagen draagtijd
  • Geschikt voor gebruik onder compressie
  • Voor de behandeling van chronische en acute wonden
  • Zacht, comfortabel en sterk absorberend
  • Steriel indien de verpakking en beschermlaag intact zijn
  • Geschikt voor gebruik onder compressie.
  • Kan indien nodig op maat worden geknipt 

Indicaties

Kliniderm® schuimverband is geschikt voor chronische en acute wonden met matig tot veel wondvocht en kan gedurende het gehele herstelproces op de volgende wonden worden toegepast:

  • Drukzweren
  • Beenulcera
  • Voetulcera
  • Diabetische ulcera
  • Chirurgische wonden

Contra-indicaties

Kliniderm Foam PHMB verband is niet geschikt voor gebruik op:

  • Droge of licht exsuderende wonden
  • Personen met een bekende overgevoeligheid voor polyurethaanfolie, schuim of PHMB

Applicatie-instructies

Droog de huid rond de wond zorgvuldig voordat het verband wordt aangebracht. Reinig, desinfecteer en behandel de wond volgens lokale protocollen. Breng het verband aan op de wond en zet het vast met geschikte middelen.

  1. Kies een maat Kliniderm niet-klevend PHMB Foam die iets groter is dan de wond. Het verband kan (met een steriele schaar) op maat worden geknipt indien nodig.
  2. Plaats het verband centraal op de wond, waarbij de beige zijde van de wond af moet zijn gekeerd, en breng het met zachte hand aan op het wondgebied.
  3. Houd het verband op zijn plek met geschikte hechtpleister of een verbandzwachtel. Let op dat de hechtpleister alleen op de randen wordt aangebracht en het verband niet bedekt, aangezien dit de werking kan aantasten. Bij compressietherapie is geen hechtpleister nodig aangezien de zwachtel het verband op zijn plek houdt.
  4. Gooi overgebleven verbandmateriaal weg i.v.m. besmettingsrisico.